Inhoudsopgaveinhoudsopgave


De rest van Herman Dikken

Hieronder nog wat foto’s uit het album van mijn vader. Ze staan zoveel mogelijk op tijdsvolgorde. Onder de verschillende kopjes zijn verhalen en opmerkingen te lezen. Hoe het Herman en zijn familie is vergaan in de WOII en hoe ik daar nu over denk. Over de verhalen van de bevrijding van Zwolle heb ik mijn twijfels en licht dat toe. Van de fam. Verseveldt ontving ik foto’s die gemaakt waren op de dag dat Zwolle bevrijd werd door de Canadezen. Tot besluit nog wat foto’s van na de WOII.

Herman DikkenHerman DikkenHerman Dikken

Herman DikkenIk begin met een aantal foto’s waar mijn moeder Elisabeth op te zien is. Op de eerste afbeelding, mei 1927, zit zij als 15 jarige achter een vriendin. Die foto en de trouwfoto van 13 mei 1931 laten prachtig de mode van die tijd zien!
In 1935 wandelt het echtpaar Dikken, met in de kinderwagen Jan, op de Burg. Van Rooyensingel richting de Sassenpoortebrug. Op de achtergrond de toen nog geheten Deventerweg (aa de oorlog de Jhr. van Karnebeekstraat).

In het album was ook een foto aanwezig van de Sassenpoortebrug toen die nog een ophaalbrug was. In de weg de beruchte “kinderkopjes”. De paard en wagen komt vanaf de stadskant. Op de achtergrond de Sassenpoort. In 1908 zijn de werkzaamheden gestart voor de over de stadsgracht liggende stenen brug. Deze werd ontworpen door architect Lourens Krook. Die brug was eind 1909 gereed en ligt er nu nog. De foto moet dus van voor die aanleg van de stenen brug zijn. Of op de brug een familielid aanwezig is, is mij niet bekend.


Waarschijnlijk vlak voor de mobilisatie van 1939 zijn deze twee foto’s gemaakt.


Herman Dikken

Elisabeth met haar dochter Giena en zoon Jan aan de achterzijde van hun huis aan de Geraniumstraat.

Rechts staat het echtpaar met de kinderen voor het ouderlijk huis van Elisabeth, de familie Koopman aan de Herenweg 39.

Herman Dikken

Oorlogstijd

Herman Dikken

Links
Ik wist niet beter dat Herman als ordonnans te paard onder de Huzaren viel. Het kraagembleem, twee gekruiste kanonslopen, is echter de aanduiding van het veldleger/artillerie!

Rechts
Zoals in Levensverhaal te lezen was werd Herman tijdens de mobilisatie van 1939 gelegerd in Soesterberg. De paarden moesten regelmatig getraind worden en de omgeving leende zich daarvoor.
Herman staat links bij zijn paard.

Herman Dikken
Herman Dikken

Links
Als groep kwamen zij de tijd door en poseerden voor de foto.

Rechts
Eind 1941 begin 1942. Giena, Dick en Jan in het weiland aan de zijkant van de Wipstrikkerallee waar na de oorlog huizen gebouwd werden.

Herman Dikken

Herman kwam net als vele andere soldaten, na de gevangenneming door de Duitsers, later gezond weer thuis. Tijdens de oorlog werden mannen uit verschillende beroepen opgeroepen om zich te melden. Vaak werd er dwang toegepast. Ze moesten dan meestal werken in Duitsland. O.a. schilders werden daar gevraagd. Tijdens het verzamelen maakte Herman kennis met Jan Klein uit de Blokstraat. Ze zijn tot Herman’s overlijden vrienden gebleven. Herman kwam eerst te werken in België maar daar had hij het gauw bekeken en kwam op een “geleende” fiets terug naar Zwolle. Later werd hij naar de Noord-Duitse stad Swinemünde gezonden. Na de oorlog kwam die plaats in Polen te liggen en heeft nu de naam Świnoujście. Herman was daar eerst als schilder maar toen ze te weten kwamen dat hij veel van paarden afwist moest hij de paarden verzorgen van boeren die naar het front werden gestuurd. Wanneer Herman naar Duitsland is gegaan en wanneer hij terug is gekomen kon niemand mij exact vertellen maar bekend is wel dat hij na een verlof niet meer terug wilde. Net als honderdduizenden andere Nederlanders die voor de Duitsers moesten werken had hij daar genoeg van en dook onder.


Herman DikkenEen foto die gemaakt is door een Duitse fotograaf toen Herman voor de Duitsers moest werken.


Nadat ik op het internet informatie vond over de stad Swinemünde in oorlogstijd kan ik begrijpen dat mijn vader daar niet meer naar terug wilde. De plaats bleek regelmatig gebombardeerd te zijn aan het eind van 1943 t/m de overgave van de Duitsers in 1945! Veel marineschepen werden daar tot zinken gebracht en de havenplaats was o.a. een toevluchtsoord voor de vluchtende Duitse troepen en burgers uit de noordelijke landen. Herman ging naar z’n ouders op de Hoogstraat. Daar was op de bovenverdieping aan de achterzijde een kamertje met een soort van klapwand. Als je moest vluchten kon je meteen via “’t Achterom” (Brakkensteeg), door de opslag van zijn zwager Bertus (Bahje) v/d Vegt, wegkomen. Meerdere onderduikers hebben van dat kamertje gebruik gemaakt. Herman’s vader, Derk, moest werkzaamheden verrichten voor de Organisation Todt (OT). Dit was een organisatie die er om bekend staat dat zij tijdens de oorlog ongeveer 60.000 burgers dwangarbeid lieten verrichten. In de Zwolsche Courant krant van 25 oktober 1947 is te lezen dat er in de plaatsen Goor, Rijssen, Markelo en Enter op 27 oktober 1944 razzia’s waren van de Duitsers en dat 300 mannen werden opgepakt. Deze zijn onder begeleiding van de gewapende SS naar Zwolle overgebracht waar zij in scholen werden ondergebracht en gedwongen om voor de OT te werken. Zwolse burgers brachten hun borden en lepels want de Duitsers gaven wel eten maar vertelden er niet bij hoe ze dat moesten verorberen! Burgers leenden hun zelfs fietsen, ondanks het probleem van evt. vordering, en de medici kwamen geregeld in de scholen hun opwachting maken als er een gezondheidsprobleem was. Op 28 oktober 1947 boden zo’n tweehonderd slachtoffers de gemeente Zwolle een fontein met tegelplateau aan als dank dat zij door de burgers van Zwolle in die tijd zo goed opgevangen waren. Deze fontein werd geplaatst in Park Eekhout. De werkzaamheden voor de OT bestonden veelal uit het maken van loopgraven en tankwallen. Bij Zwolle gebeurde dat o.a. in het Engelse Werk en bij de IJsselbrug. Ging je daar niet aan het werk en je werd op straat aangehouden dan werd je naar Duitsland gezonden waar je dan maar moest afwachten wat er van je terecht kwam! Derk adviseerde Herman om zich te melden bij de OT zodat hij niet terug hoefde naar Duitsland. Derk moest morgens bij de OT appél houden. Dat hield in dat hij moest noteren wie er wel of niet waren komen opdagen. De aanwezigen ontvingen dan een brood. Derk dekte vaak de niet aanwezigen in door ze als “wel aanwezig” te noteren! Het brood dat zo overbleef nam hij mee en werd verdeeld onder de bewoners van de Kamperpoort en via het Leger Des Heils kwamen mensen aan de deur om het op te halen. Ook werd het brood als ruilmiddel gebruikt om o.a. ondergoed of boter te verkrijgen. Herman heeft zich gemeld en kwam te werken in de Noordoostpolder die vanaf 1942 werd aangelegd. Later is hij ook ploegbaas geworden en heeft net als zijn vader op het eind van de oorlog bij de OT brood “achterover gedrukt” met alle risico’s van dien! Is het deze mensen kwalijk te nemen dat zij, zoals velen later (ver)oordeelden, voor de OT werkten? Meehielpen verdedigingswerken te bouwen? Er moest wel voor het gezin brood op de plank komen. Moeten deze werkers dan anders gezien worden dan de mensen die bijvoorbeeld bij de spoorwegen werkten? Die zorgden toch dat treinen, met oorlogsmaterieel en niet te vergeten met mensen die afgevoerd werden naar de concentratiekampen, bleven rijden? Beide partijen hebben door sabotage of vertragen de Duitsers soms het bloed onder de nagels vandaan gehaald maar over het algemeen gingen de werkzaamheden gewoon door! We moeten in ogenschouw nemen dat vele mannen, maar ook vrouwen, onder druk van de omstandigheden dingen deden waar ze toen niet goed over nadachten en vaak niet wisten wat de consequenties van hun werkzaamheden waren. Overleven en voor je gezin zorgen was voor velen belangrijker. Gelukkig zijn er ook velen geweest die zich daar niets van aantrokken en er voor zorgden dat er veel (georganiseerd) verzet tegen de bezetter plaats vond.

Na de oorlog werden in kranten advertenties geplaatst waarin namen te lezen waren van personen waarvan men de betrouwbaarheid in twijfel trok. Zo ook die van mijn vader. Waarschijnlijk had dat te maken dat hij bij de OT gewerkt had maar waarom dan niet de naam van mijn opa? Het kan ook te maken hebben dat Herman zijn vrouw Beth tijdens de oorlog als schoonmaakster werkte voor de Arbeidsdienst en dat zij contact onderhield met haar collega’s. Mogen wij oordelen over de daden van mensen die in oorlogstijd het hoofd boven water probeerden te houden? Herman werkte in Duitsland en was later ondergedoken en er waren wel drie kindermonden te vullen! Kort na de oorlog zijn veel mensen vaak ten onrechte nagewezen. Later bleek dan dat die personen zelfs verzetswerk gedaan hadden maar dat niet aan de grote klok wilden hangen. Veel mensen die commentaar hadden op anderen bleken na de oorlog met verhalen te komen dat zij in het verzet hadden gezeten. Verschillende onderzoekers hebben aangetoond dat die personen zich belangrijker voordeden dan ze in werkelijkheid waren!

Verhalen

Over de dag dat Zwolle officieel bevrijd is, 14 april, had Giena nog wat opmerkingen. De foto’s die Jacob Verseveldt gemaakt heeft op 14 april in de Wipstrikkerallee plaats ik tussen de komende tekst zodat die wat leesbaarder wordt! Hoe die foto’s in mijn bezit zijn gekomen en waarom er met een X gemerkt is, leest u onder het kopje “De fam. Verseveldt”.
De andere verhalen heb ik genoteerd omdat tijdens de oorlog het voor kinderen vaak een spannende tijd was. Wat datums betreft is dit voor hun moeilijk in te schatten. Oorlog was oorlog. Vijf lange jaren!

Toen ik in de 80er jaren contact met Mike Jansen had, zie het artikel “De klok horen luiden” vertelde hij nog (Mike had in het verzet gezeten) dat toen de Duitsers via de Heinoseweg op weg waren naar Zwolle, hij met een paar vrienden vanaf het dak van de Oude IJsselcentrale de Duitsers onder schot had genomen. Maar toen de Duitsers in de gaten kregen van waar ze beschoten werden beantwoordden ze het vuur en moest Mike vluchten.

Herman DikkenHerman Dikken

Links
Bij deze foto is te zien dat de eerste bevrijders er aankomen maar dat ze nog tussen de bomen lopen. Er zijn nog maar enkele bewoners van de Wipstrik aanwezig om ze te verwelkomen.

Rechts
Bij de 2e foto rijdt een rupsvoertuig op de Wipstrikkerallee en staat de fotograaf iets voorbij waar nu de Top Naeffstraat is. Tussen de bomen, rechts voorbij de bebouwing, liepen op de eerste foto de eerste soldaten. Later, toen er meer publiek aanwezig was, verplaatsten de geallieerden zich naar de hoofdweg.
Jongetje links op de voorgrond, met de laarsjes aan, is Jacob zijn zoon Wim Verseveldt.


Giena vertelde dat zij samen met broer Jan en mevr. Bennick (overbuurvrouw uit de Geraniumstraat) tijdens de oorlog door SS’ers betrapt waren bij het stelen van kolen op het emplacement langs de Deventer (straat)weg. Daar hadden kolenhandelaren hun bedrijf. Zij pakten die kolen en briketten en legden die in de kinderwagen! Als die vol was reed Jan de kinderwagen vlug naar de Geraniumstraat om die te legen. Dit moet gebeurd zijn nadat Nederlandse Spoorhazen staakten want Giena wist nog aan te geven dat op er dat moment alleen Duitse Spoorhazen aanwezig waren. De Duitse Spoorhazen waren vriendelijke oudere mensen en die maakten er geen probleem van dat zij wat kolen meenamen maar de SS’ers vonden het niet goed! Voor straf moesten zij aardappelen schillen voor de SS’ers. De Duitse Spoorhazen hebben nog aan moeder Beth gevraagd of zij de kleren van de Duitsers wilde wassen maar dat wilde ze niet. Giena heeft ook nog de beschieting van een trein gezien toen ze aan het spelen was op het graslandje naast de Ambachtschool. De trein werd door geallieerde vliegtuigen beschoten en kwam tot stilstand op het spoor naast de Ambachtschool aan de Mimosastraat. Liggende op het graslandje zagen Giena en haar vriendinnetjes personen uit de trein vluchten en zij dacht dat het Joden waren. Ze werden door de Duitse bewakers neergeschoten. Ook een NSB’er uit de Seringenstraat stond op de vluchtende mensen te schieten vertelde ze. Duitse militairen haalden later mensen tevoorschijn die zich bij de boer aan de overzijde bij de overweg, wij noemden dat het Wilgenlandje, verstopt hadden. Na de beschieting door de vliegtuigen werden de gedode en gewonde personen in de trein geladen. Maar toen de trein langzaam in beweging kwam bleek dat er nog enkelen zich onder de trein verstopt hadden maar werden voor de ogen van de kinderen overreden. Toen de trein weer stopte werden de gewonden ingeladen en de kinderen konden later de bloedsporen en de haren nog op de rails zien liggen. Giena rilde nu nog als ze daar aan terug dacht. Ook dat er een bom dwars door de Ambachtschool heen was gegaan had veel indruk op haar gemaakt. De plek waar die bom in de school binnen was gekomen was in het lokaal waar later Mike Jansen als tekenleraar les gaf.


Herman DikkenHerman Dikken

Links
Waarschijnlijk hetzelfde voertuig als welke te zien is op de foto hiervoor. De fotograaf is teruggelopen om het voertuig met de zijkant op de foto te kunnen zetten.

Rechts
Langzamerhand zijn er meer mensen aanwezig. Een fietser die aangeeft dat er militairen op komst zijn?


Omdat op de Pierik regelmatig bommen vielen (omgeving spoorlijn/Ambachtschool) was het er niet meer veilig en is de familie tijdelijk naar de Kamperpoort verhuist. Natuurlijk ook omdat vader Herman daar toen ondergedoken zat. In de Hoogstraat werd, omdat iedereen het deed, een school geplunderd. De Duitsers gebruikten die school namelijk als opslagplaats voor goederen. Volgens Giena was het de school waar later het kantoor van “De Vogel van Calcar en Co” werd gevestigd. De plunderaars hadden ontdekt dat er balen suiker aanwezig waren maar later bleek dat het geen suiker was maar soda! Dat was dus pech! In die school lagen buiten de soda nog voorraden klompen en windsels voor de benen. Giena heeft er veel van binnen gepikt en op een moment dat zij weer terugging om een nieuwe partij op te halen bleek haar broertje Jan onder schot gehouden te worden door een Duitser want hij was betrapt. De, gelukkig een goede Duitser, liet hem gaan. De soda en klompen werden later, als Beth bij de boeren in de omgeving op voedseljacht ging, als ruilmiddel aangeboden. De windsels werden gebruikt om rokken van te maken door de windsels als banen aan elkaar te naaien.

Het op pad gaan in de omgeving om voedsel te halen leverde wel eens gevaarlijke situaties op. Vliegtuigen waar je voor moest oppassen want die beschoten de mensen welke op straat liepen. Mijn moeder vertelde dat zij een keer in de buurt van Wythmen beschoten werd. Het pannetje met melk en de eieren “overleefden” de duik in de greppel niet! Verhalen over Westerlingen die, nadat ze in Salland (en soms wel verder weg) wat eten bij elkaar gescharreld hadden, bij de IJsselbrug door de Duitsers daar van ontdaan werden, zijn ontelbaar. Opa Koopman van de Herenweg zorgde voor eten dat van zijn land kwam. Broer Jan hielp dan de Westerling door bij z’n fiets een plank op de stang te maken. Daar werd dan de zware jutezak op gezet. Hij fietste mee tot aan de IJsselbrug. Maar toen zijn fiets door de Duitsers in beslag werd genomen was het afgelopen! Jan vertelde nog dat op een keer een vrouw uit het Westen de snijbonen van opa niet wilde want die vond ze te min! Jan zag het gezicht van opa rood aanlopen maar gelukkig hield die zich verder in. Ook haalde Beth eens een man binnen die doornat was van de regen en schuilde in de poort van de Geraniumstraat. Hij moest nog naar het Westen met het verworven voedsel! Deze persoon, een Rotterdammer, stuurde als dank na de oorlog een pakket naar ons huis waar allemaal bloembollen inzaten. Vele jaren hebben die in onze voortuin gebloeid hoorde ik. Zo is ook het contact ontstaan met een Haarlemse familie die in ons huis onderdak werd verleend. De mensen kregen wat te eten, haalden wat slaap in en konden weer verder op jacht naar voedsel! Na de oorlog heeft Giena nog zes weken in Haarlem bij die mensen gelogeerd en zij wilden Giena, omdat zij zelf geen kinderen hadden, als pleegkind adopteren! Ik ben ook nog een keer, na het overlijden van mijn vader, met mijn moeder in Haarlem bij ze geweest. De man was touringcarchauffeur geworden en kwam altijd als hij met een lege bus door Zwolle kwam, even op visite.


Herman DikkenEn ja hoor, daar komt er weer eentje aan. Dol enthousiast zijn de mensen. Heel jammer dat de afbeeldingen niet duidelijker zijn, ondanks dat ik ze bewerkt heb, want het zou toch mooi zijn om de mensen aan de kant te herkennen?


Voordat ik verder ga met de dag dat Zwolle bevrijd is, het gegeven hoe ik aan die foto’s van de binnenkomst van de geallieerden ben gekomen en waarom er een blauwe X op sommige foto’s staat.



vorigevolgende