Inhoudsopgaveinhoudsopgave


Omdat er na een paar jaar in de Geraniumstraat 38 behangen moest worden en Herman daar geen zin of tijd voor had, verhuisde het gezin in 1938-39 opnieuw en kwam toen terecht op nummer 34 met een rechtstreeks uitzicht op de speeltuin! Als buren kregen zij de familie Klein die op nummer 32 woonden. Dat verhuizen kon allemaal in die tijd want toen stonden er in Assendorp en op de Pierik veel huizen leeg omdat de Centrale Werkplaats Van de Staatsspoor in 1938 gesloten werd waardoor de Spoorhazen overgeplaatst werden naar Tilburg. Je ging dan in plaats van behangen gewoon verhuizen! Tja!

Herman won als dirigent verschillende prijzen die hij thuis goed kon gebruiken. Een eiken rookstoel, pendule, siertafels, wandklok en litho’s werden in het huis neergezet/opgehangen. De gewonnen medailles van S.V.A. werden in een medaillekastje opgeborgen in het speeltuingebouwtje aan de Geraniumstraat.


wandkloklitho

De wandklok die nu bij kleinkind Herman Scholten aan de muur hangt moet van voor oktober 1949 zijn omdat de klok al te zien is op een babyfoto van mij.

lithoDe originele met hout uitgevoerde luxe uitvoering van de litho meet buitenwerks 69 x 50cm. De litho zelf is 48 x 31cm. Op de afbeelding is het stadhuis en de Dom van Utrecht te zien. De maker, Marinus Janssen, is bekend geworden om zijn vele pentekeningen van gebouwen in verschillende steden. Onderaan is een plaatje bevestigd met de tekst: “Dir. Pr. NC. “OG” Zuilen 1937”. Aan de achterzijde de sticker van de leverancier in die tijd.


Op een andere gewonnen litho van Marinus Janssen is de Dom te zien maar dan vanuit een andere hoek.

Volgens dochter Ineke van Dick Voeten is haar vader rond 1937 gestopt als dirigent bij Excelsior. Dit baseerde ze mede op het feit dat er geen foto’s van Excelsior meer in het familiealbum voorkwamen en omdat haar vader toen bij de Speeltuinvereniging Assendorp de jeugdoperette onder zijn hoede nam.


familie Voeten


De laatste Excelsior- foto uit het familiealbum van de fam. Voeten. Mevr. en dhr. Voeten voor vertrek in 1936 naar Utrecht. In het raam: Derk Dikken. Ze reisden toen met “De Busse van Schutte” (en lopen dat dutte) uit Zwolle.


Op 5 augustus 1939 werd prinses Irene geboren. In Zwolle werd avonds een defilé georganiseerd en S.V.A. deed daar aan mee. Het filmpje dat gemaakt is door dhr. Jongkamp ontving ik van het Historisch Centrum Overijssel. Het is niet gemakkelijk om mensen te herkennen omdat tijdens het passeren van de filmcamera er net met de mondorgels gespeeld werd. Aan het eind van de film staan een aantal tamboers van de vereniging mondorgel te spelen en is de parmantige Martin Driesen (of is het Martin van Driesten?)als tamboer-maître te zien. De vaandeldrager is Cobus Dikken.
cavalerie
Aan het eind van de 30er jaren was Herman ook dirigent van de senioren van Excelsior. De toestand in de wereld werd er niet beter op en Herman werd opgeroepen voor de mobilisatie. Hij was gelegerd bij de cavalerie in Soesterberg als ordonnans op paard. Herman zijn schoonvader regelde een keer een auto en met Beth, Giena en de kleine Jan brachten zij een bezoek aan Herman. Dat zou op Soestdijk geweest zijn waar Herman ingekwartierd was! Vlak voor de mobilisatie hebben Excelsior en S.V.A. nog optredens verzorgd bij de militairen die gelegerd waren in Oldebroek en Wezep.

Giena en Jan kregen er op 28 december 1940 broertje Dick bij.

tamboer


In 1941 werd er door de leden van S.V.A. en Excelsior nog deel genomen aan een concours in Amsterdam. Er werden maar liefst acht! eerste prijzen gewonnen. Hoe dat ging kunt u onder S.V.A. lezen. Eind 1942, verbood de Duitse bezetter dat soort bijeenkomsten. De leden van de muziekverenigingen gingen hun eigen weg.


Op de marsafbeelding is links vooraan (opa) Derk Dikken te zien als bekkenist! Bij Excelsior was hij tamboer, trompettist (instructeur) en bij een concert bespeelde hij de basmondorgel! Rechts naast de groep Herman Dikken en als vlaggendrager Teunis! Dikken. De tamboer-maître was de pas 12-13 jarige Martin Driesen.

familie DikkenHoe deze foto tot stand is gekomen? Hij moet gemaakt zijn rondom de dag dat Herman en Beth 12 ½ jaar getrouwd waren. Dat was 13 november 1943! Giena vertelde dat haar vader de foto meegenomen had toen hij weer terug moest naar Swienemunde in Duitsland om daar te werken voor de Duitsers. In 1944 is hij daar gevlucht en toen hij terug was in Zwolle ondergedoken op de Hoogstraat in een geheim kamertje bij zijn ouderlijk huis. Op de foto de kinderen Jan, Giena en (witte) Dick. Het jurkje van Giena is speciaal voor die dag gemaakt door de moeder van Beth!


Egbert Koopman




In de oorlog kwam in Dresden op 26 juni 1944 de broer van Beth om het leven. Egbert (Eppe) Koopman (waar ik naar vernoemd ben) werkte bij de PTT. Egbert was tamboer bij de Zwolse muziekverenigingen en tijdens de mobilisatie kwam dat goed van pas.


Egbert tijdens de mobilisatie en is de rechtse tamboer.




Na de oorlog was er nog sprake van dat mijn vader een schilderszaak over kon/zou nemen maar dat is niet gelukt. Waarschijnlijk had mijn vader voor de WOII buiten Zwolle meerdere verenigingen waar hij dirigent bij was. Giena en Jan vertelden dat zij menigmaal achter op de (brom)fiets van mijn vader naar Oldebroek zijn geweest. Daar speelden zij met andere kinderen als mijn vader muziekles gaf. Waarschijnlijk is dat (voor Jan althans) direct na de oorlog geweest. Herman zou ook nog trompet gespeeld hebben bij de muziekvereniging David. In het ouderlijke huis, Hoogstraat 150, gaf hij samen met zijn vader, niet alleen trommelles aan leden van Excelsior maar ook aan leden van De Bazuin en Het Leger Des Heils. Een bezige bij dus.

medaille

Een bijzonder figuur bij Excelsior was sinds de oprichting t/m 1947/48 de tamboer-maître Harm Dijkslag. Met zijn dochter heb ik urenlang gesproken. Ik kreeg van haar de medailles die haar vader gewonnen had. Een heel bijzondere was die welke hij kreeg na de oorlog als lid van verdienste. Hij had namelijk de trommels en trompetten van Excelsior op de zolder van zijn huis verborgen voor de Duitsers. De mondorgels lagen verstopt bij Bahje van der Vegt op de Katerdijk 28. Volgens Eppe Overink klopte dit verhaal want hij was bevriend met de broer van Bahje, Wimpie, en heeft de kast met mondorgels gezien. Vreemd is wel dat op deze medaille de tekst te lezen is “mondaccordeon” terwijl op het vaandel van Excelsior duidelijk staat: “mondharmonica”!


Tussen 1937 en 1947 heeft er zich in de mondorgelverenigingen van alles afgespeeld maar in 1947 kwam er een fusie tot stand tussen Excelsior en H.M.S.. Meer over H.M.S. kijk onder S.V.A.. Herman werd directeur-dirigent van de fusievereniging maar de jeugd vergat hij niet. Een opmerking: Bij S.V.A. droeg men vanaf het begin zwarte petten en baretten terwijl Excelsior witte hoofddeksels had. In ieder geval na de fusie ging Excelsior over op de zwarte petten en baretten maar het kan ook wel eerder geweest zijn toen mijn vader voor de oorlog dirigent was geworden. Jammer genoeg zijn er geen foto’s van die tijd. Althans niet in mijn bezit!


Excelsior

1947-48. Herman tussen 26 jongens. Links vooraan zijn zoon Dick die dan 7-8 jaar is. Op de achterste rij in het midden Wim Knoops een zoon van Hermans schoonzus Griet Knoops- Koopman. En rechts van Wim staat Hermans oudste zoon Jan. De broer van Herman, Jan, die in 1933 in het jeugdkorps zat, is dan al als militair in Indonesië.
Volgens Eppe Overink hebben de jongens een kleine Bravo als mondorgel. Dat waren goedkope instrumenten en kostten toen 25 cent! In de oefenruimte waren kastjes waar je naam op stond en na afloop van de repetitie werden de mondorgels daar in gelegd!



Berini





Herman kreeg na de oorlog van Excelsior een (opgelapte) piano die in het krappe kamertje van de Geraniumstraat een plaats kreeg. Zo kon hij muziek componeren.

Op de Veluwe in het ’t Loo, gemeente Oldebroek, had Herman nog een vereniging. Zo verdiende hij als dirigent/directeur wat bij. Om daar te komen gebruikte hij eerst zijn fiets. Giena ging vaak achterop mee en zoon Jan fietste (na de oorlog) dan naast zijn vader mee. Omdat het wel een eind was om elke keer naar Oldebroek te fietsen kreeg Herman van de vereniging een Berini. Misschien dat ouderen het nog weten: de fiets met hulpmotor was beter bekend als “Eitje”. Dit eitje kwam in 1949 op de markt. Beth stond vaak ‘s avonds laat uit te zien waar hij bleef. Als ze het pruttelgeluid van de “bromfiets” hoorde was het goed want hij kwam onderweg nog al eens stil te staan! Ook werd Herman regelmatig met een jeep opgehaald door een militair uit ’t Harde.


Broeklanden

Deze afbeelding is te zien op een kalender van 2006 en die kreeg ik van dhr. Hendriks. De kalender was uitgegeven door de Oudheidkundige vereniging “Broeklanden”. Een vereniging die de geschiedenis van Oldebroek, Noordeinde, t’ Loo, Wezep, Hattemerbroek en Oosterwolde onderzoekt.


De foto is uit 1950 en het korps was het (letterlijk) “Christelijke mond accordeonvereniging “Jubal” uit ’t Loo”. Of hij deze vereniging op 9 september 1932 (mede)opgericht heeft? Een oud lid kon zich niet herinneren dat ze ooit een andere dirigent hadden gehad! Waarschijnlijk dat Herman voor de WOII al bij die vereniging betrokken was. De vereniging is 4 januari 1956 opgeheven. Dus kort na het overlijden van mijn vader, die staande links op de foto als directeur genoemd wordt. In het midden zit nog een man die een militair uniform draagt. Op de kalender wordt hij als dhr. Scholten-instructeur aangeduid. Is dat de man die mijn vader vaak met een jeep ophaalde? Misschien een bekende uit mijn vaders diensttijd? (Lichting 1926) Op de begrafenis van Herman heeft een militair nog een toespraak gehouden hoorde ik. Waarschijnlijk gaat het om die militair? Omdat de schoonouders van Herman uit Oldebroek en Doornspijk kwamen is het heel goed mogelijk dat Herman via hen in contact is gekomen met bewoners. Ook zijn goede naam als dirigent zal er aan bijgedragen hebben dat verenigingen hem wilden. Mijn nicht Beppie Knoops, 30-10-1939, wist nog te vertellen dat zij in Wezep (t’Loo) logeerde in 1948-49 bij Bertus Kroeze die toen ook al lid van Jubal was. Hij zit, zonder trommel, op de foto derde van rechts.
Ik heb de Oudheidkundige vereniging Broeklanden om meer informatie gevraagd maar een antwoord heb ik helaas niet gekregen! Erg jammer.


Excelsior

8 mei 1946. Over de wandelsport en de verweving met Excelsior is veel te vertellen. Op deze afbeelding ziet u een damesgroep van “Jan De Tippelaar”. Die naam werd rond 1948 veranderd in de Zwolse Tippelaars. De tamboer op de voorgrond is de dochter van Herman, Giena. De tweede tamboer, die schuil gaat achter de dame in het midden van de eerste rij, is Annie Klein-Aalders. De latere buurvrouw van Herman en Beth toen ze in de Geraniumstraat op nr. 34 woonden.


De vrouw van Herman was voor de oorlog maar ook na de oorlog met de wandelsport, via de vereniging Jan De Tippelaar, in aanraking gekomen. Deze vereniging zou in 1941 opgericht zijn. Veel tochten gelopen en in 1948 heeft ze de 4-daagse van Nijmegen tot een goed einde gebracht. Excelsior stond er om bekend dat ze de Zwolse deelnemers in Zwolle bij het station opwachtten om ze te begeleiden tijdens een defilé door de stad. In de Sassenstraat werden ze dan door de burgemeester toegesproken. Later was Excelsior op de vrijdag in Nijmegen present en wachtte dan in Wychen de Zwolse deelnemers op om dan gezamenlijk de St. Annastraat af te lopen. Omdat Beth in 1949 zwanger was van mij, kon/mocht ze niet meer naar de 4-daagse!


ExcelsiorExcelsiorExcelsior

Links
1948. Omgeving Nijmegen. Tijdens de vierdaagse liep men de eerste drie dagen in gewone kleding maar op de laatste dag moest het uniform aan. Beth loopt hier rechts vooraan. Links daarvan Dinie Lafaille. Rechts achteraan is Derk, de kleinzoon van (opa)Derk Dikken, te zien. Hij is naar zijn opa vernoemd.

Midden
1948. Excelsior bij het station Zwolle. Als tamboer-maître Henk Wissink. Herman staat rechts naast de groep.

Rechts
1948. De wandelaars lopen hier aan het eind van de Diezerstraat. Op de achtergrond o.a. “De Zoete Inval”. De huizen zijn daar gesloopt en de tevoorschijn gekomen stadsmuur is daar nu nog te bewonderen. De vaandeldrager links vooraan is Cobus Dikken, de jongere broer van Herman. Beth loopt rechts op de eerste rij met de bekende gladiolen in haar arm. Er lopen ook leden van de verenigingen “Blauwvingers” en “Sportief” mee.
U zag op de afbeelding van de vierdaagse dat de wandelaars een uniform hadden die, jammer van de zwart-witfoto, wit en met blauw afgezette kleuren had. Vóór juni 1948 was dat anders. Toen het nog Jan de Tippelaar was hadden de vrouwen een donkere rok aan en de mannen een donkere broek. Op de witte blouse zat op de borstzak het blauwwitte wapen van Zwolle met in het witte gedeelte de letters J.D.T. dat later D.Z.T. werd. In de overgangsperiode van Jan de Tippelaar naar De Zwolse Tippelaars is de donkere kleding al vervangen door witte kleding. Leden van Excelsior die in de groepen van de Tippelaars meeliepen waren goed te herkennen. Zij hadden namelijk de zwarte elastieken band om het middel die zij ook droegen als ze met Excelsior op straat liepen! Waarom??


Het leven van vader en moeder Dikken, maar ook van andere familieleden, bestond toen in die tijd hoofdzakelijk uit muziek maken en alles wat daarom heen plaats vond zoals optredens, repetities, concoursen en uitvoeringen. De vereniging Excelsior en de wandelvereniging De Zwolse Tippelaars hadden ook een cabaretgezelschap waar verschillende familieleden in optraden. Een naam; “Lach en Vergeet”. Herman had zoon Dick een accordeon gegeven en hem het bespelen daarvan geleerd. Later werd die eerste accordeon ingeruild voor een professionelere. Daardoor kon Dick tijdens cabaretavonden als begeleider optreden. Na de oorlog werd de pas 14-15-jarige Dick ook gevraagd voor bruiloften en partijen. De accordeon werd onder de snelbinders van zijn fiets vastgezet en zo vertrok hij regelmatig naar Oldebroek of Wezep om daar te spelen. De broer van Herman, Teunis, verhuisde eind 40er jaren naar Leeuwarden waar hij op 27 januari 1951 trouwde. Dat gezin woonde bij de zaak. Dat was de stomerij/wasserij “Perfecta”. Op 19 mei 1949 richtte hij de “Eerste Leeuwarder Mondaccordeonclub Jong Leven” op. U ziet dat een vereniging oprichten de kinderen van Derk in het bloed zat.
Jong LevenDe foto die afgedrukt is bij het krantenartikel is gemaakt door F.C.D. Popken en waarschijnlijk afkomstig uit het gemeentearchief van Leeuwarden. Let u eens op de mondorgelspeler 2e van rechts. Hij draagt een witte blouse met daarop een embleem. Een donker schild met een licht kruis net zoals de Zwolse verenigingen dat hadden! Teunis overleed 14 november 1964 op 47-jarige leeftijd. In de 60er jaren overleden ook de ouders van zowel Herman als van Beth. In 1952 trouwde de dochter van Herman en Beth, Giena, met Joop Scholten.

In de eerste helft van de 50er jaren was er in Zwolle ook de opkomst van de blikken drumbands. In de wijk Bollebieste begon men daar als eerste mee. De Pierik volgde. In een wijk gingen jongelui groepjes vormen met fantasierijke namen als, Kindervreugd, Sla niet mis, Op z’n boeren fluitjes, Blikslagers en voor de groep op de Pierik werd de toepasselijke naam Pierik gevonden! Een sponsor werd de koekjesfabriek van Den Helder die mooie grote blikken beschikbaar stelde. Er was altijd wel iemand te vinden die trommelles kon geven. Zo ook op de Pierik. Geke Nijhof en Jan Dikken werden benaderd en gaven les, o.a. bij ons in de schuur! Op een plankje waar een binnenband van een fiets overheen gespannen was. Op die manier was er minder lawaai als je als trommelslager “pannenkoeken” moet roffelen! Avond na avond werd er op straat gemarcheerd en op de blikken geslagen. Mensen begonnen te klagen over het lawaai en de burgemeester van Zwolle besloot om een wedstrijd te organiseren maar dan moest het daarna afgelopen zijn met de blikken drumbands. Dat is toen gedaan. Filmpje van het POLYGOONJOURNAAL. De Bollebieste kreeg de eerste prijs omdat ze begonnen waren en de Pierik werd tweede op kwaliteit en presentatie met een eerste prijs voor die goeie en mooie tamboer-maître uit de Geraniumstraat. Zo kreeg ik het verhaal te horen van mijn broer Dick.
Hij vertelde nog dat zij op de zondagavond na de wedstrijd als prijs gratis naar bioscoop "De Kroon" mochten waar zij konden genieten van het Polygoonjournaal waar het concours te zien was. Als persoonlijke prijs mocht Dick met nog wat andere prijswinnaars een dagje uit met een grote auto (een 8persoons begrafenisauto!). Ze werden voorzien van limonade en een ritje naar een dierentuin. Broer Dick was vanaf 1956-57 al geen lid meer van Excelsior.


PierikPierikAls er feestelijkheden op de Pierik waren werd er een serenade gebracht en een bloemenmand aangeboden. Hier een bezoek in de Gladiolenstraat. Op de verticale foto op de achtergrond met witte blouse Jan Dikken met naast hem Geke Nijhof en daarnaast de tamboer-maître Dick Dikken.


PierikPierikLinks
Het groepje van de Pierik met als tamboer-maître broer Dick.

Rechts
Ik denk dat Dick als voorbeeld heeft gediend voor de latere majorettes die voor muziekkorpsen liepen! Op de achtergrond de ingang van de Ter Pelkwijkstraat.

vakantie
Voor het eerst kon het echtpaar Dikken in 1954 samen met het bevriende echtpaar Dore en Jan Klein uit de Blokstraat, van een vakantie genieten in een caravan die stond in Nijverdal. De kinderen van de echtparen met aanhang en wat familie wilden op bezoek komen. Maar ja, met zo velen moet je wel vervoer hebben. Een broer van Joop, Kees Scholten, werkte bij de doodkistenfabriek van Bremer aan de Van Ittersumstraat. Bremer had ook een autoverhuurbedrijf op het Assendorperplein. Mevr. Bremer zorgde voor een auto; een lijkwagen! Zo zijn ze met veel lol naar de camping gereden! Achteraf een zeer lugubere samenloop want Herman werd ziek en in dat jaar werd bij hem longkanker geconstateerd.




MedailleIn 1955 heeft hij met Excelsior nog een 1e prijs behaald tijdens een concours in De Bilt. Dat was de laatste keer dat hij nog voor de groep stond.
Deze medaille ontving Cees Lafaille bij de afhandeling van de vereniging Excelsior in de 60er jaren. Zijn zoon Willem stuurde mij de afbeeldingen.


ziekbed

Midden 1955 moest Herman het bed houden (op de foto zit naast hem zijn vrouw Beth).
Tijdens de jaarlijkse uitvoering van Excelsior, in de Foyer van de (oude) Buitensoos, werd er een bandopname van het concert gemaakt en die werd op het ziekbed in de Geraniumstraat voor hem afgespeeld. Jammer dat deze band verdwenen is. Herman mocht nog twee kleinkinderen meemaken: Ria Scholten (1953) en Elly Scholten (1954).

Na een lang ziekbed overleed hij op 16 december 1955 op 49 jarige leeftijd! De verslagenheid was groot. Tijdens de begrafenis droegen Henk Wissink, Chris van Unen en de broers Aron en Joop Kloekke de kist vanaf de aula naar het graf. O.a. werd er door de vertegenwoordiger van het bondsbestuur, de secretaris Dhr. G. Schouten, aan de geopende groeve gememoreerd “aan de grote verdiensten van Herman als pionier voor het mondharmonicaspel. Niets was hem teveel en speciaal als de jeugd werd ingeschakeld stond hij op de bres. Zijn vele werk moest een voorbeeld voor anderen zijn”. Bij optredens kort na die tijd werd er door de Excelsior-leden een zwarte rouwband gedragen.


ExcelsiorBroer Jan moest in 1955 onder de wapenen t/m 1957. Bij terugkeer uit Nederlands-Nieuw-Guinea is hij regelmatig met Excelsior op straat gekomen en liep met de grote trom, ook wel overslag genoemd. De vereniging loopt hier langs het oude ziekenhuis “De Weezenlanden”. Jan met de grote trom en rechts vooraan loopt Eppe Overink. Vooraan in het midden, Jan Kleine uit de Blokstraat. Henk Wissink als tamboer-maître.
Na het overlijden van mijn vader namen Henk Wissink, de tamboer-maître en instructeur, en Chris van Unen de zaken over. Toen Excelsior steeds minder leden kreeg zijn ze eind 60er jaren gestopt. Er waren toen nog 5 leden die alles afhandelden,verdeling van instrumenten etc. en wat geld dat nog in kas was. Eppe Overink kreeg, volgens zijn zeggen, 55 gulden en zoals ik al schreef; o.a. het vaandel.


Langzamerhand verdwenen in ons land de mondorgelverenigingen. Mensen hadden ten opzichte van vroeger meer de keuze hoe zij hun vrije tijd invulden. De mondharmonica verdween en de gitaar veroverde de wereld.
Toen Excelsior in de 60er jaren opgeheven werd, is broer Jan overgestapt naar muziekvereniging “Voorwaarts” waar Dick later ook lid van is geworden. Zelf ben ik daar ook een paar jaar lid van geweest als tamboer voor ik als drummer in de popmuziek verder ging. Net als in de 50er jaren met de blikken drumbands was er in de 60er jaren de opkomst van bandjes. In de schoolband begon ik als bassist op een oude theekist. Vrienden uit de buurt, die gitaarlessen hadden gehad, werden gauw gevonden. De “Flaming Stars” was in 1964 mijn volgende avontuur en in 1965 werd dat de band met de naam “KLETZ”.


PierikPierik

Links
1965. Rhythm & Bluesgroep KLETZ. Van rechts naar links: Paul Huisman (Vocals), Ton Denkers (Rhythm-guitar), John Zegeling (Bass-guitar), Jan Rossingh, (Lead-guitar) en links Egbert Dikken (Drums).

Rechts
Op de actiefoto: ondergetekende op drums, Roel van Hal als sologitarist, zanger Jan Woldberg, Henk van Ling op bas en op het orgel Bert Kappert.


Je moest in het begin alles zelf betalen. Toen de band(leden) wat volwassen werd, er in de bezetting wisselingen plaats vonden en de naam in Early Grave werd veranderd, kregen we een eigen bus en een paar roadies. Als sponsoren waren er toen de kledingzaken Hip 35 en de firma Reitsma. Een mooie tijd waar ik nog graag aan terug denk.

Bert werd later vervangen door Rik Elings en Roel door Arie Bos. Toen ik in 1970 stopte als drummer werd mijn plaats ingenomen door Henk Zomer en werd de naam veranderd in Strange Power dat later, na opnieuw een bezettingswissel, de naam kreeg van Scope. Ik ging toen aan het werk bij het organisatiebureau Zwolle. In het begin van mijn muziektijd voetbalde ik bij P.E.C. in de junioren hoofdklasse. Nadat ik uit de muziekwereld gestapt was en terug kwam bij P.E.C. kreeg ik een zware enkelblessure. Na 4 jaar van revalideren was het pas weer mogelijk om op amateurbasis een balletje te trappen maar was mijn carrière als voetballer voorbij.


gezinOp 1 april 1959 immigreerden Giena en Joop met Herman, Ria en Elly naar Nieuw-Zeeland. Ze staan hier in de achtertuin van de Geraniumstraat 34.


Beth kreeg kennis aan de weduwnaar Jan de Graaf die vroeger bij haar vader met paard en wagen aan de deur kwam! Hij werkte toen bij de meelboer Bartels waar Beth haar vader ook gewerkt had. Die meelboer had zijn zaak op de Vechtstraat. Beth en Jan trouwden in 1960 en ze gingen wonen in de Geraniumstraat 34. Jan de Graaf had twee kinderen, Dinie en Jan. Beth haar zonen, Jan, Dick en Egbert, trouwden respectievelijk in 1962, 1964 en 1970. Giena was in nov. 1965 teruggekomen uit Nieuw-Zeeland omdat ze teveel heimwee had. Volgens haar zeggen kwam dat door de vele familiehuwelijken die in Holland gesloten werden en ze miste de feestjes zo! In 1986 overleed Jan de Graaf op 75 jarige leeftijd. Beth is altijd in de Geraniumstraat 34 blijven wonen en overleed op 26 maart 1996 op 84 jarige leeftijd.


Tot slot

De familie Dikken is op velerlei manieren betrokken geweest bij de verenigingen die ik behandeld heb. Zoals ik in het begin al aangaf was Excelsior de naam die gegeven werd als er over “de mondorgelvereniging” werd gesproken. Dat S.V.A. bij velen niet eens bekend was maar duidelijk een stempel gedrukt heeft op de geschiedenis van beide verenigingen heeft u kunnen lezen. Mijn vader, Herman Dikken, is in mijn ogen de katalysator geweest van die geschiedenis. Ik ben blij dat ik die geschiedenis en die van mijn vader aan u heb kunnen doorgeven doormiddel van deze publicatie.

Beste lezers: heeft u aanvullingen?, foto’s?, adressen van oud-leden? Laat het me weten.

Egbert Dikken
1e half jaar van 2015



vorigevolgende