Inhoudsopgave![]() | ![]() Dit was de plek waar wij op de donderdag en vrijdag, voordat de A.W.N. op die plek mocht graven, vondsten deden. Siegburgkannen en zelfs rood aardewerk. |
![]() | ![]() | ![]() |
| ||
![]() | ![]() | ![]() |
|
| |
De plek is nooit helemaal goed onderzocht. Eigenlijk is alleen de bovenste laag grof doorgespit omdat het grondwater
verder onderzoek belemmerde. Een waterpomp die in het begin niet goed werkte en ik besloot daarom een gedeelte met zand af te dammen zodat eventuele vondsten niet konden wegspoelen
met het grondwater dat steeds meer omhoog kwam. Dat water kwam dan in de blootgelegde gracht, links te zien op de overzichtfoto, terecht en daar konden wij dan niet meer bijkomen.
Er werd gezeefd en het grondwater, ondanks een pomp, steeg snel. Nog geen vijf minuten nadat ik afgedamd had hadden we
het geluk dat toen ik het barnstenen snoer met tinnen kruikje (2,5 cm hoog) onder een mop klei vond, het niet verder weg kon drijven dan tot aan de aangelegde dam. Op het moment dat
de snoer in mijn zicht kwam spoelde het meteen weg. Toch zag ik duidelijk dat het tinnen kruikje en de kralen één geheel waren. Het kruikje zat tussen de kralen ingeklemd. Het
materiaal dat gebruikt was voor het aanrijgen van de snoer moet vergaan zijn geweest en door het stromen van het grondwater spoelde het weg. Later twijfelde men of het kruikje wel
aan de snoer hoorde! Mijn gegeven dat ik de snoer zo gezien had, werd eerst in twijfel getrokken maar later las ik in het ‘kasteelboek’ dat Verlinde van mening is dat de tinnen grape
tussen de wat grotere kralen heeft gezeten. Of alle kralen gevonden zijn is nog maar de vraag want zo snel kon ik ze niet tellen. Zulke kleine kraaltjes worden in die blubberbende
snel over het hoofd gezien ondanks dat we de modder snel zeefden.
Tijdens de opgraving hoorde ik van vrienden uit Westenholte dat R.v.B. twee lezingen zou geven. Eén op de school aldaar en
eentje voor bewoners Het bleek dat R.v.B. tijdens de ‘school’lezing de leerlingen uitgenodigd had om eens in de bouwput mee te helpen!!! Daarom vroeg R.v.B. mij of ik op die zaterdag
ook aanwezig wilde zijn (dus niet vooraf overleg!).
In de tussengracht werd ook nog een prachtig zwaard gevonden. Of het zwaard gebroken was doordat de R.O.B.-man ongeduldig was
tijdens het uitgraven of dat het is gekomen door de zwaarte van het op het zwaard liggende grond is niet bekend maar in ieder geval is de kling keurig gerestaureerd door de R.O.B.
Dit unieke korte steekzwaard is waarschijnlijk een vroeg exemplaar van de ‘Schweizerdegen’. Een degen die ook als benaming Basilard of Bazelaar heeft en die naam is afgeleid van Bazel.
Het zwaard heeft een totale lengte van 77 cm waarvan de kling 62 cm voor zijn rekening neemt.![]() | ![]() | ![]() |
Een voorbeeld hoe detectors belangrijk kunnen zijn voor onderzoek: Prof. Renaud had in de tijd dat hij kastelen aan het opgraven
was één ijzeren pijlpunt gevonden. Dankzij het tijdperk van de detectors zijn er op het ‘Voorstterrein’ honderden gevonden. De verschillende pijlvormen zijn getekend en in het ‘kasteelboek’
terug te vinden. Of alle door de coinhunters gedane vondsten aangegeven zijn is nog maar de vraag maar in ieder geval zijn er velen die hun vondsten wel gemeld hebben.
Ik ben toen een hele dag aan het afkrabben en schuren geweest. De balk in de was gezet. (Ze wisten dat ik erg goed kon restaureren
en dat ik ook nog met bijenwas werkte.) Ik heb daar toen 40 gulden voor gekregen want ik moest dat als hobby zien!! Het bedrag was voor de was die ik gebruikt had! Eind augustus had ik dat
bedrag nog steeds niet ontvangen en deed mijn beklag bij Lidy van Dijk (conservator). Zij zorgde er voor dat het bedrag op 30 augustus aan mij uitgekeerd werd.
In het ‘Kasteelboek’ zijn afbeeldingen en de reconstructietekening in zwart-wit afgedrukt. De gevonden muurresten en palen,
behalve die in de zuidgracht, zijn op deze tekening niet ingetekend!! Voor de duidelijkheid heb ik de gereconstrueerde muren en wateren, net als de gegraven sleuven voor de duidelijkheid
in een kleur aangegeven.