Inhoudsopgaveinhoudsopgave


Een triest verhaal

Op de rand van het dorp gescheiden door de vaart staat een huis, waar vroeger Jan en Doetsje Oberman hebben gewoond. We spreken hier over de late jaren twintig begin dertig. Jan en Doetsje hadden vier kinderen waarvan 1 dochter. De jongens waren de deur al uit en Gjetsje (Trui), de dochter, kwam te hooi en te gras eens thuis. Zij hield zich volgens haar zeggen in Amsterdam op, waar zij optrad als zangeres. Ze was wel muzikaal aangelegd en had ook een piano volgens haar zeggen. Maar in werkelijkheid was ze een hoer.
Als ze weer eens in het dorp kwam, was ze helemaal opgemaakt en kon men haar op een afstand ruiken. Zelfs durfde ze het te wagen (wat toen des tijds een schande was) haar haar kort te laten knippen. De jeugd zong haar dan na:
Polkehaar dat staat zo raar
't lijkt wel wat op kattehaar.


En wat niet uit kon blijven Gjet (Trui) werd zwanger, zij kreeg een jongetje (Jacob). Dit was het minste dat haar kon overkomen, het benam haar haar vrijheid. Haar moeder was er niet meer, die was in de vaart die voor huis langs liep verdronken en aan haar vader kon ze het ook niet overlaten. Het gerucht ging toen in het dorp dat Gjet (Trui) haar zoon had verkocht. En zo vatte Gjet haar oude bestaan weer op, totdat ze kunde kreeg aan Foeke Stellema waarvan ze zwanger raakte. Foeke was een fatsoenlijk persoon, die metselaar van beroep was en een goed vakman. Foeke Stellema trouwde met Gjet en ze kregen een zoon Fedde. Later kregen ze nog een meisje.Dit meisje is ook verdronken in de vaart.
Dit zal in de tijd zijn geweest dat ze Jacob heeft teruggehaald. Dat Jacob een ontzettend slechte tijd in Hyum heeft doorgemaakt was in het dorp wel bekend. Niet alleen zijn moeder mishandelde hem, maar ook zijn opa Jan bij wie ze inwoonden sloeg hem geregeld. Of Foeke Stellema aan deze mishandeling mee heeft gedaan is in het dorp niet bekend.
Op school was het niet beter. Hij werd constant geplaagd met zijn rode haar en zonnesproeten en omdat hij Nederlands sprak in een Fries sprekende gemeente werd hij als een buitenstaander gezien. Dat hij uit zichzelf weer is terug gekeerd naar Zwolle was in het dorp niet bekend.
Foeke en Gjet (Trui), dat zal na de oorlog zijn geweest, zijn verhuist naar Leeuwarden. Hun zoon Fedde leerde daar voor schoolmeester. Hij heeft later vele jaren aan de openbare school in Stiens als schoolmeester gewerkt. Hij is een aantal jaren geleden gestorven. Fedde was getrouwd en heeft twee kinderen gekregen, een zoon en een dochter waarvan de dochter nog in Stiens moet wonen.

Wij hopen u hiermee van dienst te zijn geweest en zouden het op prijs stellen als wij te weten kwamen waarvoor deze informatie allemaal dient.
Jurjen en Ytsje Spoelstra



vorigevolgende